Voor het haken van een stokje begin je de nieuwe toer met het opzetten van 3 lossen. Afhankelijk van het patroon tellen deze 3 lossen als eerste stokje. Haak je in een lossenketting, dan haak ga je je je eerste stokje in de vierde losse vanaf de haaknaald haken
Sla de draad om de naald heen. Haal de naald door de steek heen. Sla de draad weer om de naald heen. Vervolgens trek je deze draad alleen door de ingestoken steek door.
Je hebt nu 3 lussen op de haaknaald. Je slaat de draad om de naald en haalt de draad door twee lussen.
Je hebt nu nog 2 lussen op je haaknaald staan. Sla nogmaals de draad om je haaknaald en haal je de draad weer door twee lussen.
Nu heb je nog één lus op de haaknaald en is je stokje klaar. Je ziet nu 1 steek en de eerste 3 lossen die je hebt opgezet.
Begin je een nieuwe regel dan krijg je weer de juiste hoogte door weer 3 lossen te haken en je werk om te keren.
